Rijksbouwmeester Francesco Veenstra: we moeten moedige keuzes maken
18 oktober 2021, 14:32
Op 1 september is Francesco Veenstra gestart als de nieuwe Rijksbouwmeester. Hij wil het werk van zijn voorganger Floris Alkemade deels voortzetten, maar daarnaast nog verder de verdieping zoeken. “Ik ben in staat om mensen met tegenstrijdige belangen te verbinden”, zegt de 48-jarige Veenstra in gesprek met Architectenweb.
Officieel ben je op 1 september gestart als Rijksbouwmeester, maar bij je aanstelling vorig jaar werd bekendgemaakt dat je enkele maanden zou worden ingewerkt door je voorganger. Hoe was dat en wat heb je ervan geleerd?
“Uiteraard heb ik gesprekken gevoerd met Floris Alkemade en heb ik hem zowel persoonlijk als via zijn optredens in de media leren kennen, maar ik ben vooral ingewerkt door het team van het Atelier Rijksbouwmeester. Ik heb me verdiept in alle dossiers en meerdere keren gesproken met de mensen die hier werken, waardoor ik weet wat er speelt. Daarnaast heb ik de tijd gehad om mijn bureau voor te bereiden op mijn nieuwe rol en de organisatie erop in te richten. Hoewel ik twee dagen per week actief blijf als partner bij Vakwerk Architecten, zal het zwaartepunt de komende jaren liggen op mijn Rijksbouwmeesterschap. Tenslotte was ik in de afgelopen twee jaar voorzitter van de BNA, daar heb ik mijn termijn per 1 juli afgerond.”
Als Rijksbouwmeester heb je grote schoenen te vullen. Alkemade heeft die functie in de afgelopen zes jaar nieuw elan gegeven. Hij lanceerde prijsvragen voor urgente ruimtelijke opgaven en deelde zijn visie in de media en in het essay De toekomst van Nederland. Ga jij hier vervolg aan geven of heb je andere ideeën over de invulling van het Rijksbouwmeesterschap?
“Het is belangrijk om eerst te melden dat het College van Rijksadviseurs onder leiding van Floris in de afgelopen jaren een fundament heeft gelegd om op voort te bouwen. Ja, ik ga het anders doen, maar ik bouw wel voort op de lijnen die voor een groot deel zijn uitgezet. Floris heeft vooral geagendeerd, door via prijsvragen te onderzoeken hoe je met complexe ruimtelijke vraagstukken kunt omgaan. Die prijsvragen lopen ook door, alleen willen wij - daarmee bedoel ik de Rijksadviseurs Jannemarie de Jonge, Wouter Veldhuis en ik - daarnaast nog verder de verdieping zoeken. Daarvoor gaan we onder meer Toekomstateliers opzetten, halfjaarlijkse bijeenkomsten waarbij we samen met verschillende belanghebbenden over de toekomst van Nederland praten.”
Hoe moeten we zo’n Toekomstatelier precies voor ons zien?
“We zijn nog bezig met de exacte invulling, maar het idee is dat we intensieve sessies van een aantal dagen organiseren, waarbij we met professionals uit het ontwerpveld, beleidsmakers, bedrijven, burgers en andere stakeholders vooruit gaan kijken. Hoe ziet Nederland er over honderd jaar uit en wat betekent dat voor nu? Ik ben ervan overtuigd dat bijvoorbeeld onze economie er over een eeuw volstrekt anders uit zal zien, maar dat we daar nu al inzicht in kunnen krijgen door daar onder meer scenario’s voor op te stellen. En we kunnen er ook al op inspelen door bijvoorbeeld het huidig tekort aan woningen te koppelen aan toekomstverwachtingen. Stel dat het aantal huishoudens in de loop van deze eeuw gaat afnemen, dan kunnen we misschien beter kiezen voor tijdelijke woningbouw als oplossing voor de huidige woningnood. In dat geval kunnen we ook eenvoudiger overschakelen op houtbouw of andere typen funderingen. Interessant daaraan is dat er andere financiële modellen ontstaan, die kunnen helpen om op een andere manier naar waarde van vastgoed te kijken.”
Alkemade stelde dat alle ruimtelijke opgaven, van woningnood tot klimaatverandering, integraal en in samenhang met elkaar moeten worden aanpakt. Ben je het daarmee eens?
“We komen er inderdaad niet meer mee weg dat we problemen afzonderlijk oplossen, dat moet ook bij de inrichting van het land integraal gebeuren. De vraag is nu hoe we het gaan aanpakken. Voor de ruimtelijke opgaven die voor ons liggen bestaat niet één enkele oplossing, maar we moeten aan een veelheid van oplossingen werken. En al die oplossingen leggen een claim op de ruimte. Er is genoeg ruimte in Nederland, maar niet voor al die claims, dus we moeten moedige keuzes maken. Vorige week zat ik in een radioprogramma met iemand van ondernemersorganisatie Transport en Logistiek Nederland, die stelde dat er meer wegen moeten worden aangelegd omdat er vrachtwagens in de file staan. Ik denk dat er een andere vraag voor ligt die we moeten beantwoorden: is het nog oké dat we online zoveel spullen bestellen en vooral terugsturen, met als gevolg dat er zoveel mobiliteit nodig is? Dat zijn zaken die we moeten agenderen en in elk geval zichtbaar maken.”
Heb je een droom die je als Rijksbouwmeester hoopt te vervullen?
“Vier jaar geleden ben ik met mijn collega’s Ellen van der Wal en Paul Ketelaars Vakwerk Architecten begonnen, omdat de afstand tot projecten in mijn toenmalige rol als partner van Mecanoo te groot werd. Ik was steeds meer bezig met acquisitie en management, terwijl mijn kracht zit in het creëren van de juiste condities en het samenbrengen van de verschillende stakeholders binnen een project. Ik ben in staat om mensen met tegenstrijdige ideeën en belangen te verbinden en zo met elkaar tot een gedeelde visie te komen. Dat wil ik in mijn rol als Rijksbouwmeester op een landelijke schaal ook voor elkaar krijgen. Als we bijvoorbeeld kijken naar de klimaatcrisis, dan krijgen we te maken met keuzes die pijn gaan doen bij mensen. Ik wil daarom het gesprek met ze aangaan, om te kijken waar de pijn zit en hoe we die gezamenlijk kunnen dragen of compenseren. De een zal meer last hebben dan de ander, mensen bijvoorbeeld die in de buurt van windmolens wonen. Het is daarom belangrijk dat we solidair zijn naar elkaar.”