Evaluatie buitenschools curriculum bouwacademies

14 december 2007, 17:46

Een commissie onder voorzitterschap van architect Thijs Asselbergs vindt dat het buitenschools curriculum van de academies binnen de huidige context voldoende van kwaliteit is om opname van afgestudeerden in het Architectenregister te rechtvaardigen. Dit is volgens de commissie in de toekomst afhankelijk van wat onder de nieuwe Wet op de architectentitel (WAT) over het inschrijvingsniveau voor het register, te weten voor de beroepservaringperiode, nog door het Stichting Bureau Architectenregister (SBA) vastgelegd moet worden.

Dit blijkt uit een evaluatierapport dat Thijs Asselbergs op 11 december heeft aangeboden aan Rijksbouwmeester Mels Crouwel en aan Aart Oxenaar van het Landelijk Overleg Bouwkunstopleidingen (LOBO).
Aanleiding evaluatie
De vierjarige opleiding aan de Academies van Bouwkunst valt uiteen in een binnen- en een buitenschools deel. Het buitenschools deel wordt gerealiseerd doordat de student gedurende de opleidingsperiode in de beroepspraktijk werkt. Met het lerend werken in de beroepspraktijk verdient hij de helft van de benodigde studiepunten. Het buitenschools curriculum van de Academies van Bouwkunst heeft betrekking op de disciplines architectuur, stedenbouw en landschap.

In 2004 is het buitenschools curriculum opnieuw geformuleerd door de gezamenlijke academies in de ‘Nota Buitenschools curriculum Academies van Bouwkunst’.

In 2006 heeft de Rijksbouwmeester met het Landelijk Overleg Bouwkunstopleidingen (LOBO) afgesproken dat dit buitenschools curriculum geëvalueerd zou worden. Doel van deze evaluatie is om te komen tot aanbevelingen in het kader van de herziening van de Wet op de architectentitel (WAT). Een belangrijke maatregel in het kader van de herziening van de WAT is de invoering van een beroepservaringperiode van twee jaar.

Conclusies en aanbevelingen
De evaluatiecommissie bestond uit: Thijs Asselbergs (architect, voorzitter), Marina Roosebeek (architect, Academie van Bouwkunst Amsterdam), Dolf Dobbelaar (architect), Steef Luijten (architect), Rein Geurtsen (stedenbouw), Paul van Beek (landschap) en Jan Boerke (secretaris, NQA te Utrecht).

De commissie is van mening dat het opleidingsmodel van de Academies van Bouwkunst nog steeds een interessant en werkbaar model is. De commissie is positief over de sinds 2004 behaalde resultaten, maar concludeert ook dat er verbeteringen in het buitenschoolse deel nodig en mogelijk zijn. Die betreffen in eerste instantie de relatie met de werkgevers; deze moeten zich aan de ene kant bewuster worden van hun verantwoordelijkheid, maar kunnen aan de andere kant ook beter door de academies gefaciliteerd worden. Gezorgd moet worden voor een sterke betrokkenheid tussen opleiding en werkgevers waarbij er in de aanpak van de academies een grote mate van overeenkomst is.

In de kruisbestuiving van binnen- en buitenschools curriculum zijn ook verbeteringen nodig. Het mentorschap zou een wezenlijk onderdeel van het onderwijssysteem moeten uitmaken. Aanbevolen wordt op bedrijfstakniveau te werken aan een rechtspositioneel kader, zoals dat al bestaat in de vorm van het handboek functie-indeling van architectenbureaus.

De commissie bepleit de huidige leerdoelen te checken op actualiteit. De leerdoelen zouden veel meer als competenties geformuleerd kunnen worden waarbij het gaat om integratie van kennis, houding en vaardigheden. Een dergelijke actualisering kan goed gecombineerd worden met een nieuwe beschrijving van de begintermen van de beroepspraktijk die in het kader van de herziening van de WAT moet gaan gelden. Verder beveelt de commissie aan de competenties voor stedenbouwkunde en landschapsarchitectuur meer in overeenstemming te brengen met de daar geldende praktijk.

Toekomst
In het Landelijk Overleg Bouwkunstopleidingen (LOBO) is besloten dat er actie ondernomen wordt om de uitvoering van de academies meer op elkaar af te stemmen.

Verder hebben de Rijksbouwmeester en het LOBO afgesproken dat zij nader overleg zullen voeren over de positie van het buitenschools curriculum in het kader van de herziening van de WAT.
Bron: Atelier RBM

Trefwoorden

opleiding rijksbouwmeester landelijk kader

1	NOAHH presenteert opgeleverde Villa Vaartjes in Almere Oosterwold dinsdag, 23 april
2	Rijksmonumentaal Jachtslot Mookerheide heropend na restauratie door 1meter98 maandag, 22 april
3	Den Haag deelt ontwikkelvisie voor gebied rond centraal station dinsdag, 23 april
4	Studio Modijefsky ontwerpt koekmakerij als wonderwinkel woensdag, 24 april
5	Mid-rise Milaan dinsdag, 23 april

Gerelateerde nieuwsberichten

Vanaf januari informatieplicht architecten

14 december 2010

Postacademische bijscholing voor architecten

7 december 2009

Twee jaar langer zwoegen voor titel architect

10 juli 2009

Bijeenkomst wijzigingen Wet Architectentitel

25 september 2009

Toon alles

Andere nieuwsberichten

Sofie De Caigny nieuwe voorzitter Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam

44 minuten geleden

Vanaf 23 juni zal De Caigny deze functie voor een periode van drie jaar gaan vervullen. Ze volgt Esther Agricola op, die eveneens drie jaar lang voorzitter van de commissie is geweest.

Podcasts en publicatie over realiseren ruimtelijke kwaliteit bij stedelijke ontwikkeling

2 uur geleden

Deze week hebben architect Willem Hein Schenk en publicist JaapJan Berg de podcastserie De Haarlems Sessies en de bijbehorende publicatie Sturen op Stadsarrangementen gelanceerd.

Vakjury en publiek kennen Alliander Westpoort Gouden A.A.P. 2024 toe

Gisteren, 22:00

Alliander Westpoort is dubbele bekroond met de Gouden A.A.P. 2024. Zowel de vakjury als de publieksjury kende het regiokantoor van de netbeheerder de Amsterdamse architectuurprijs toe.

Crematorium met rouwhof voor begraafplaats St. Barbara in Den Haag

Gisteren, 15:31

Het gebouw, dat is ontworpen door queeste architecture & concept development en recent in gebruik is genomen, versterkt de representatieve kant van de begraafplaats en functioneert ook als een ‘bezinningsruimte’ in de parkachtige omgeving.