“Ik leerde daardoor anders naar ontwerpopgaven kijken,” vervolgt hij, “en ik merkte hoe leuk het is om verrast te worden door alles wat je niet zelf van tevoren kan bedenken. De confrontatie met de werkelijkheid, en vooral de weerbarstigheid ervan, zorgt ook dat je echt op zoek moet naar je persoonlijke meerwaarde. Daardoor kunnen we inmiddels veel meer dan alleen gebouwen bedenken en uittekenen. We ontdekten hoe ontwerpprocessen verbindingen tot stand kunnen brengen, bijvoorbeeld. En als je langs die weg een gezamenlijke visie ontwikkelt, wordt er meer mogelijk dan wie dan ook had kunnen bedenken of zelfs had kunnen vermoeden.”
“En de voordelen zijn zelfs groter dan dat”, vertelt Hanneke. “Met zo’n proces kun je een organisatie op gang helpen en aanzetten tot zelfreflectie die veel verder gaat dan alleen een
gebouw. We doen nu bijvoorbeeld een project met zeven maatschappelijke organisaties die samen een gebouw willen realiseren. Die helpen we in zo’n proces om van elkaar te leren door heel expliciet te verwoorden wat hun wensen zijn. Daarmee bouwen ze niet alleen aan een plek, maar ook aan hun toekomstige samenwerking.”
Pieter gelooft best dat er veel architecten zijn die oprecht het beste willen voor de gebruikers en bewoners van hun gebouwen. “Maar echt samen met die mensen ontwerpen, dat is een kunst op zich. Sommige opgaven kun je alleen op die manier tot een goed eind brengen, bijvoorbeeld als er meerdere partijen samen opdrachtgever zijn. Wij zijn niet die partij die zegt: ‘Bel ons maar terug als je weet wat je wilt.’ Wij gebruiken het ontwerpproces om dat samen te ontdekken. In de praktijk blijkt dat aantrekkelijk voor heel uiteenlopende opdrachtgevers.”
“Inderdaad!” valt Jurrian hem bij. “We zeggen wel eens gekscherend: van zolder tot polder. Van particuliere woningaanpassingen tot – vorig jaar – een ontwerp voor een heel gebied, met een breed co-creatieteam en samen met H+N+S Landschapsarchitecten, voor De Hegewarren, een polder in Friesland. Dat leverde heel verrassende resultaten op! Van alle ontwerpvoorstellen bleek het meest radicale, waarbij de halve polder onder water zou komen staan, het meeste draagvlak te hebben. Dat had je nooit zonder co-creatie kunnen bereiken. Maar nu was de oplossing van iedereen en kon dus ook iedereen met geloofwaardig enthousiasme terug naar zijn achterban. Het werkt.”