Zuidhuis Oosterwold
Copyright: Henny van Belkom
Selfie van Jaap Le (links), Daniel Venneman (midden) en Joost Ector (rechts)
Hermit House – Jean
Copyright: Woonpioniers
Hermit House – Workflow
Copyright: Woonpioniers
Custom Woning – Zuidhuis Oosterwold
Copyright: Henny van Belkom
Custom Woning – Zuidhuis Oosterwold
Copyright: Henny van Belkom
Indigo – Tanja & Jos
Copyright: Woonpioniers
Indigo – Lia
Copyright: Henny van Belkom
Indigo – Jos & Tanja
Copyright: Henny van Belkom
Tiny House – Porta Palace
Copyright: Thijs Wolzak
Tiny House – Schotland
Copyright: Marcel van den Bergh
CPO Deventer – Tiny Village De Tuinen van Zandweerd
Copyright: Woonpioniers
CPO Deventer – Tiny Village De Tuinen van Zandweerd
Copyright: Woonpioniers
CPO Deventer – Tiny Village De Tuinen van Zandweerd
Copyright: Woonpioniers
CPO Salland – Work in Progress – BuitenDelen
Copyright: Woonpioniers
CPO Salland – Work in Progress – BuitenDelen
Copyright: www.sallandcentraal.nl
Grasp – Landlink
Copyright: Woonpioniers
Woonco
Copyright: Woonpioniers
Nieuwe Gezichten: Woonpioniers
“Nee hoor, daar ben ik helemaal niet bang voor,” zegt Daniel Venneman, voorman van het Amsterdamse architectenbureau Woonpioniers. Ik vroeg hem of een keuze voor zo’n expliciete bureaunaam hem als architect niet beperkt in het soort opdrachten dat hij krijgt. “We worden ook regelmatig voor andersoortige projecten benaderd. Maar belangrijker is dat ik zo’n expliciete keuze helemaal niet negatief vind. Wonen is wat mij betreft dé opgave waar we als samenleving nu voor staan. En er is grote behoefte aan innovatie. We moeten hoognodig uitvinden hoe we allemaal samen op deze planeet op een prettige en verantwoorde manier kunnen verblijven. Het is ontzettend interessant om daar intensief en geconcentreerd mee bezig te zijn.” Een duidelijke keus dus. En een heldere missie.
“Al tijdens mijn studie had ik samen met een vriend een ontwerpconcept bedacht voor een modulair systeem voor houten woningen, dat we ‘Hermit House’ noemden. Terwijl we inmiddels allebei op andere plekken werkten bleef dat concept onze aandacht houden en evolueerde het op de achtergrond verder. Totdat een tante van me een ontwerp zocht voor een bescheiden en betaalbaar tuinhuis. Zij werd de opdrachtgever van ons prototype, dat we voor het grootste deel ook
zelf hebben gebouwd. Dat prototype sloeg goed aan en smaakte naar meer,” legt Daniel uit.

Nadat hij in 2010 zijn bouwkundestudie in Eindhoven en Valencia cum laude afsloot, besloot Daniel eerst in Spanje te werken voor het Madrileense bureau van hightech architect Salvador Perez Arroyo. Maar toen kwam de financiële crisis, die in Spanje nog extremer was dan hier. “Ik kon daar niet blijven en besloot in Berlijn te gaan werken bij een bureau voor landschap en stedenbouwkundig ontwerp. De manier waarop architectuur en landschap bij elkaar komen interesseerde me altijd al. Maar daar werd ik al gauw onrustig. Ik heb een natuurlijke allergie voor lange bureaucratische processen.” Een baan als architect bij een allround architectenbureau was zijn ticket terug naar Nederland, maar ook daar begon het na een tijdje te knagen. “We werkten daar aan allerlei grote, strakke villa’s in een modernistische vormentaal, vaak voor mensen met veel geld. Prima, maar ik wilde meer verdieping. De manier waarop in die projecten, maar eigenlijk in onze hele professie, een breder bewustzijn ontbrak, begon me te storen.”

“Ik vond dat de architectuur zichzelf buitenspel zette door alleen maar voor de rijken te ontwerpen. Ik wilde de klimaatcrisis niet negeren en werken aan een andere architectuur, een die oog heeft voor ‘gewone’ mensen. En ook op een veel directere manier, waarbij ik niet voor een detail maar voor het geheel verantwoordelijk ben. Handen uit de mouwen, desnoods zelf bouwen. Dus keerde ik terug naar ons ‘Hermit House’-concept en besloot daarvan mijn volgende stap te maken. Toen hebben we een crowdfunding-actie opgezet en is het balletje gaan rollen,” vertelt hij.
Tussen architectuur en productontwerp
Er komt een kleine houten maquette op tafel van een huis dat oogt als een soort harmonica. “Het ‘Hermit House’-concept ging over het maken van architectuur met minimale middelen. We hebben standaard platen samengevoegd tot zelfdragende elementen die je kunt schakelen en waarbij het ‘vouwen’ van een minimale hoeveelheid materiaal zorgt voor de stijfheid. We maakten een soort van open source ontwerpmodule waar iedereen mee kon spelen en die een model opleverde dat weer kon dienen om bijvoorbeeld zaagplannen te maken. Het ging dus ook over doe-het-zelf, over de vraag wat je nou écht nodig hebt, over zelfvoorziening en over direct contact met de natuurlijke omgeving. Uiteindelijke hebben we er een stuk of tien gebouwd en al doende de filosofie ontwikkeld op basis waarvan we vandaag nog steeds werken.”
Wie de website van Woonpioniers bekijkt ziet dat de Tiny House Collection – een knipoog – inmiddels meerdere concepten telt. “We doen momenteel veel met ons ‘Indigo’-concept. Houten spanten, traploos instelbare hoofdafmetingen van het volume en een op maat ontworpen houtskeletbouw binnenwerk. Ook maken we steeds vaker unica, gebaseerd op de kennis die we inmiddels hebben over houtbouw en allerlei andere bouwtechnische aspecten. Onze experimenten hebben ons geleerd hoe je eenvoudig kunt bouwen en als het ware dicht bij de natuur kunt blijven. Noem het de kunst van het maken. Dat houdt het ook betaalbaar, want wij bouwen met relatief weinig materiaal. Inmiddels zit ik wat vaker achter de computer dan toen, maar
via intensieve samenwerking met de bedrijven die nu onze woningen maken staat ons ontwerpproces nog steeds heel dicht bij het materiaal zelf.”

“Onze woningen zitten tussen architectuur en productontwerp in. Daarmee voorkom je ook dat je steeds het wiel gaat uitvinden, wat veel architecten gek genoeg voor opdrachtgevers met een groot budget klakkeloos blijven doen. Wij werken lekker transparant met richtprijzen per vierkante meter – wat overigens op dit moment best lastig is vanwege de snelle prijsstijgingen in de bouw. Het uitgaan van ontwerpconcepten houdt ook de ontwerpkosten laag. We bieden een schetsontwerp aan voor een fixed fee en beginnen dan eerst met uitzoomen. Mensen komen soms met het idee dat ze concept A willen, terwijl al pratend blijkt dat concept B of een custom design veel beter past. Ook beginnen we meteen al met rekenen. Dat is een andere succesfactor van het denken in concepten. Je kan met je opdrachtgever rondom de tekentafel gewoon zeggen: ‘Als dit is wat je wilt, dan weet ik uit ervaring dat het ongeveer zoveel zal kosten.’ Onze Indigo’s kun je behoorlijk extreem manipuleren en dan bewijst het concept toch steeds weer zijn sterkte. Ook in architectonisch opzicht, trouwens. Na de schetsfase liggen de belangrijkste kostenbepalende keuzes vast en ontwerpen we heel gericht tegen een percentage van de geraamde bouwsom. Zonder teleurstellingen en doodlopende ontwerprichtingen, en met een lekker overzichtelijk vervolgproces. We worden er overigens niet heel rijk van, maar dat hoeft ook niet.”
Ontsnappen aan het systeem
“We merken dat er veel behoefte is aan wat we doen. Er zijn inmiddels heel veel mensen die zich helemaal niet meer kunnen voorstellen dat je vandaag de dag nog een ‘ouderwets’ huis zou willen bouwen. Veel van de huizen die we hebben gemaakt, vooral in de begindagen, zijn heel bescheiden van maat. We waren eigenlijk tiny house-bouwers avant la lettre. En van het een komt het ander. We ontwerpen nu een huis voor Marjolein Jonker, inmiddels de ‘grande dame’ van de Nederlandse tiny house-beweging. Haar blog, www.marjoleininhetklein.com, wordt door duizenden mensen gelezen.”

Daniel kan zich niet vinden in de discussie rondom tiny housing, die naar zijn mening totaal voorbijgaat aan de essentie. “Ik ben er wel eens van beschuldigd dat ik mensen tegen hun wil in kleine huisjes zou stoppen. Onzin. Dat is dus precies níet waar het om gaat. Maar ook als je tiny housing wilt zien als
de oplossing voor alles loop je natuurlijk vast. De werkelijke betekenis ervan is het bewustwordingsproces dat eraan ten grondslag ligt en dat je best een kleine revolutie kunt noemen.”

“De grote ontdekking was, zeker in de beginperiode, dat het drastisch downsizen van je vraag, en dus van je consumptiegedrag, tot gevolg heeft dat je er een bepaald soort vrijheid voor terug krijgt om echt zelf te bepalen hoe je wilt wonen. Om misschien meer buiten je huis te wonen en misschien behalve een tuin nog wel meer voorzieningen met de buren te delen. Dan houd je ineens geld over om aan andere dingen te besteden. En wonderbaarlijk genoeg blijken mensen dan ineens ook meer tijd te hebben, of in ieder geval de indruk van meer tijd. Eigenlijk ontsnap je een beetje aan het systeem. Die mentale bevrijding is in mijn ogen een kleinschalige maar belangrijke vorm van democratisering door middel van architectuur. Ik vind dat nog steeds heel inspirerend.”

“Mensen hadden blijkbaar voorbeelden nodig om dat in te zien. De opdrachtgevers die ons benaderen hebben met elkaar gemeen dat ze niet meer willen dan ze nodig hebben, en dan zo duurzaam mogelijk gerealiseerd. Ze laten hun wens niet bepalen door wat ze kunnen hebben, maar wat ze willen hebben. Daarin willen ze samen met ons pionieren en daarom heten wij Woonpioniers. Niet omdat wij onszelf zo heroïsch vinden, maar juist als eerbetoon aan de mensen die hun nek willen uitsteken om iets bijzonders te realiseren en daarmee een voorbeeldfunctie te vervullen.”
Delen als vervolgstap
Inmiddels richt Woonpioniers zich ook op de grotere schaal. “De voor de hand liggende vervolgstap na downsizen is om niet alles zelf te willen hebben maar op een slimme manier met anderen te delen. Wij geloven erin dat je op die manier inderdaad in zowel sociaal als ecologisch opzicht veel efficiëntere en gezondere steden kunt maken. Daardoor zijn wij inmiddels op een heel vanzelfsprekende manier doorgegroeid naar het ontwerpen van CPO-projecten [Collectief Particulier Opdrachtgeverschap, red.], die vaak dezelfde ecologische uitgangspunten kennen. Het interessante is daarnaast dat je met particulieren veel snellere en grotere stappen kunt zetten dan wanneer je gaat zitten afwachten tot het eindelijk begint te dagen bij professionele opdrachtgevers of overheden. Juist op aandringen van particulieren, die we naast ontwikkelaars en corporaties aanduiden als de ‘derde bouwstroom’, begint collectieve micro housing nu op allerlei plekken een nieuwe stedenbouwkundige smaak te worden. Een heel valide alternatief, in mijn ogen.”

Daniel laat twee CPO-projecten zien die inmiddels gerealiseerd zijn. Aan het derde wordt nu intensief ontworpen. “In Deventer hebben we de eigenaren van een rijtje kavels voorgesteld om het collectief aan te pakken, waardoor het op allerlei vlakken efficiënter wordt; een schaalvoordeel, een procesvoordeel, en gedeeld opdrachtgeverschap zorgt ook nog voor een soort van mentale verbondenheid. Ook de zoektocht naar een aannemer wordt een stuk simpeler als je er samen een zoekt in plaats van ieder voor zich. Dus daar ontwerpen we nu een soort familie van woningen, met een goede combinatie van overeenkomsten en verschillen. Voor dat laatste zorgen de net verschillende kavels en de voorkeuren van de bewoners.”
“Inmiddels zijn we alweer aan de volgende begonnen; een erfdeling in Salland. De opdrachtgever heeft een oude boerderij aangekocht die we gaan renoveren. Via de rood-voor-rood-regeling mogen we twee grote stallen vervangen door woningen, waarbij we natuurlijk zo veel mogelijk materiaal van de bestaande stallen gebruiken. Er staat ook een oude steltenberg, dat is zo’n hooischuur met een in hoogte verstelbaar dak, die we gaan ombouwen tot deelruimte. Daarnaast komt er een gedeelde fietsenberging en gedeelde energieopwekking. Heel interessant en leuk om aan te werken. Het is voor de Provincie Overijssel een soort pilotproject, waarmee ze inzetten op revitalisering van het platteland.”

Toevallig spreek ik Daniel daags nadat het nieuws naar buiten komt dat voor het CDA gedwongen onteigening van boerenbedrijven niet langer taboe is. “Tja, inkrimping van de agrarische sector is onvermijdelijk. Maar dan moeten we er wel voor zorgen dat de ruimte die daardoor vrijkomt op een zo slim mogelijke manier gebruikt wordt en dat we niet gewoon nieuwe maar ouderwetse wijkjes bouwen, huisjes met ieder een autootje voor de deur. Op die plekken liggen gouden kansen om écht regeneratieve gebiedsontwikkeling te bedrijven door projecten op gang brengen met een positieve impact. Projecten die echt aan transformatie bijdragen. Daaruit kunnen trouwens ook nieuwe verdienmodellen voor boeren ontstaan, een kans waarover je in die politieke discussie nog nauwelijks iets hoort.”
Denken vanuit het landschap
Woonpioniers is al veel langer met deze thematiek bezig. Daniel laat me een video zien. “Onze inzending voor de E.O. Weijersprijsvraag bevatte al een slimme tool om via een collectieve aanpak een zero footprint ambitie waar te kunnen maken. Het is een interactieve footprint calculator, die we ‘Grasp’ hebben genoemd. Als je je ambities over grotere gebieden uitrolt ontstaan er nieuwe kansen en krijg je interessantere vormen van gebiedsontwikkeling. Het is een hele inzichtelijke tool, die op een visuele manier duidelijk maakt hoe allerlei aspecten met elkaar in verband staan. Bijvoorbeeld dat je door mobiliteit te delen een windmolen kunt besparen – ik zeg maar even wat. Zo kun je voorkomen dat uit achteraf domweg optellen van allerlei individuele duurzaamheidsinspanningen blijkt dat je synergie- en schaalvoordelen hebt lat
en liggen. Hiermee haal je de discussie uit het abstracte, wordt duurzaamheid veel makkelijker bespreekbaar en kunnen groepen mensen makkelijker samen keuzes maken. We zijn nu bezig om deze tool, die bedoeld is voor de grotere schaal, om te werken tot een kleinere, waarvan we in onze CPO-projecten, en misschien wel op individueel gebouwniveau, gebruik kunnen maken. Het gebruiken van hightech tools om back to basic te gaan vinden we heel interessant.”

“Waar het uiteindelijk op neerkomt is dat je je eerst het landschap moet voorstellen waarin je samen wilt wonen, werken, recreëren en zo voort. Vervolgens ontwikkel je gebouwen op basis van de materiaalbalans die uit dat landschap voortkomt. Dat gaat dan automatisch over lokaal en hergroeibaar, maar het is natuurlijk breder dan alleen hout. Denk bijvoorbeeld ook aan hennep, kurk, riet, wilgentenen, zeewier en vlas. Dat materialenpalet groeit, vaak door de herontdekking of herwaardering van oude gebruiken te combineren met nieuwe technologie.”
De vraag is natuurlijk wel hoe je met die filosofie omgaat in een binnenstedelijke omgeving. “Goede vraag,” zegt Daniel. “Daar moet nog heel wat kennis verder ontwikkeld en gedeeld worden. Daarom zijn we net een initiatief opgestart onder de noemer Woonco.org. Daarin brengen we partijen bij elkaar, ook andere architectenbureaus, die bezig zijn met collectief bouwen. Een soort denktank voor nog beter gestroomlijnde processen. Daarin introduceren we een conceptgerichte aanpak, zoals we die ook aan individuele opdrachtgevers voorstellen. We willen mensen met collectieve woonwensen zo goed en integraal mogelijk kunnen bedienen, want daar schort het in veel CPO’s nog behoorlijk aan. En de volgende stap is hopelijk dat we ook gaan stapelen. Met slimme houtbouw en met behulp van parametrische ontwerpmethoden die snel
le haalbaarheidsstudies toestaan. En dan gaan we de valkuilen van modulaire houtbouw vermijden, dus niet dom doosjes stapelen, wat je op sommige plekken nu ziet gebeuren. Het is niet de bedoeling om oude fouten te herhalen.”

“Het beste van twee werelden, daar gaat het om: je eigen stek, maar tegelijk gezamenlijk investeren in duurzame oplossingen die zichzelf terugverdienen. Minder schutting en meer ruimte voor ontmoeting, beweging en biodiversiteit. Die zorg, voor de aarde onder onze voeten én voor elkaar, is hard nodig,” resumeert Daniel. ”Woonco.org is nog niet volledig online, maar daarmee verbinden we straks allerlei vakspecialisten en planmakers in wie het vuur net zo fel brandt als in ons. Samen kunnen we de derde bouwstroom vleugels geven en kansen creëren om in kwantiteit en vooral ook in kwaliteit de Nederlandse woningbouwopgave bij de horens te vatten. Binnen tien jaar willen we tien toonaangevende, ambitieuze CPO-projecten en twee ecowijken realiseren. We gaan laten zien dat het kan!”
In ‘Nieuwe Gezichten’ onderzoekt architect Joost Ector door middel van een reeks interviews hoe een nieuwe generatie architecten invulling geeft aan hun vak. Wat voor architectuur willen deze architecten realiseren, hoe richten ze hun praktijk in, wat voor wereld hebben zij voor ogen? Ken je een startend architectenbureau dat wat jou betreft in deze serie niet mag ontbreken, stuur jouw tip dan naar redactie@architectenweb.nl.

Andere nieuwsberichten

Het Hogeland College in Uithuizen opent vernieuwd schoolgebouw

Gisteren, 16:47

Maria Vassilakou guest urban critic tijdens Stadmakerscongres 2024

Gisteren, 14:12

MVSA Architects presenteert ontwerp voor vernieuwde Galgenwaard

Gisteren, 13:15

Lijvig boek over Rietveld Schröderhuis biedt nieuwe inzichten in rol Truus Schröder

Gisteren, 11:34

Strategiedirecteur Schiphol vertrekt na ‘verschil van inzicht’

Gisteren, 15:05

Nieuwe woning kan verhuisketen op gang brengen, zegt CBS

Gisteren, 10:32

Metropoolregio wil meevallers rijksbegroting voor infrastructuur

30 oktober, 2:35

EIB: komende jaren 60.000 medewerkers in de bouw nodig

30 oktober, 10:01

Onderzoek: Duitsland heeft 400 miljard voor infrastructuur nodig

29 oktober, 1:15

Meer flexwoningen, maar meeste Nederlanders wonen liever groter

29 oktober, 10:11
Joost EctorArchitect
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial Benelux B.V.
Sempergreen
EeStairs | Design trappen - Balustrade - Ontwerp en constructie
Aluprof Nederland BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
AGC Nederland Holding B.V.
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
Foreco Houtproducten
Wienerberger B.V.
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf Ceiling Solutions B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Plastica Groep
Holonite B.V.
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
© 2002 - 2024 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan