De vraag die bij ons bleef hangen was: hoe moeten we de CO
2 die vastgehouden wordt in onze gebouwen wegen? Peter heeft deze in zijn modellen in ieder geval
niet meegenomen. Als je ervan uitgaat dat hout binnen afzienbare tijd weer verbrand gaat worden, dan zou je deze biogene CO
2-opslag niet mee moeten rekenen. Als je denkt dat het hout zeer lange tijd in gebruik blijft, zou je dit wel terug moeten laten komen in je berekening. Zeker nu de betonindustrie
ook voorzichtig aan het innoveren is, wordt het al dan niet meerekenen van deze biogene opslag een doorslaggevende factor.
Momenteel komt 86% van alle CO
2 in hout binnen 100 jaar weer vrij in de atmosfeer. Dit betekent dat in ieder geval 14% langer dan 100 jaar blijft opgeslagen. Dit lijkt ons in ieder geval een reëel minimum.
7 Met de opkomst van houtbouw blijft een steeds groter deel van het gebruikte hout voor langere tijd bewaard. Daarnaast is het aannemelijk dat met het de opkomst van circulair denken het recyclen van hout steeds meer de standaard gaat worden. Constructiehout is vaak goed herbruikbaar in zijn oorspronkelijke vorm maar ook prima te verwerken in meubels en daarna plaatmateriaal (cascadering) wat de CO
2-opslag verder verlengd. In combinatie met duurzaam bosbeheer en voldoende aanplant specifiek voor houtbouw lijkt biogene opslag een waardevolle (en reële) factor in het rekenen met CO
2.
Kanaalplaten worden niet snel CO
2-neutraal, zelfs niet de circulaire varianten. Hier zit de waarde vooral in de belofte van hergebruik. Beton en staal gaan natuurlijk lang mee (durable), dus zijn met de juiste detaillering in theorie prima her te gebruiken. Maar ook hier rijst een vraag: hoe realistisch is het dat dit op grote schaal gaat gebeuren? Het antwoord op deze vraag bepaalt in hoge mate (net zoals de biogene opslag bij houtbouw) hoe waardevol het is om dit mee te nemen in het maken van duurzame keuzes.