In plaats van dat we tegen de natuur ingaan, moeten we met de natuur werken, vertelt Bakker. In het verlengde daarvan zullen we biophilia op moeten nemen in onze ontwerpen. Want als we dichter bij de natuur zijn, dan voelen we ons beter. Dat moeten we wetenschappelijk zien te funderen, denkt hij, zodat we precies weten hoe mensen hun omgeving beleven, tot op neurologisch niveau.
Biophilic design heeft voor Bakker verschillende lagen. Dat begint met het opnemen van natuurlijke vormen en uitzicht op groen, maar gaat bijvoorbeeld verder in de opname van beplanting in gebouwen en in het toelaten dat het binnenklimaat meer meebeweegt met het weer buiten.
Een van de projecten die hij in zijn lezing wil laten zien is Park Nova in Singapore: een woontoren waarin de appartementen los van elkaar rond een luchtig hart liggen en met rondom meanderende balkons vol groen, zelfs bomen. Het geeft een beeld hoe het kan zijn om in het Symbioceen te leven, stelt Bakker; middenin de stad en tegelijkertijd temidden van de natuur.
De stad van de toekomst stelt hij zich voor als een bijzondere groene stad, die opgebouwd is uit natuurlijke materialen, waarin het verkeer stil is, en waarin we weer omringd worden door vogels en andere dieren. Bovenop de voordelen die de stad nu al biedt, komt dan dat het ook een plezierige plek wordt om te wonen. Veel mensen die momenteel in de stad wonen doen dat volgens Bakker uit praktische overwegingen en niet omdat ze het nou echt zo’n prettige omgeving vinden. Dat gaat echt anders worden, verwacht hij.