Demissionair kabinet belooft geld voor klimaat en verduurzaming
21 september 2021, 17:28
Het demissionaire kabinet trekt 6,8 miljard euro uit om de klimaatdoelen te bereiken. Voor het versnellen van de woningbouw komt een miljard extra beschikbaar. Deze investeringen zijn vandaag genoemd bij de presentatie van de Miljoenennota 2022.
Het kabinet mag dan demissionair zijn, het doet volgend jaar wel “gerichte investeringen” die niet kunnen wachten, zei minister van Financiën Wopke Hoekstra bij het aanbieden van de miljoenennota. Er zijn namelijk bepaalde problemen die niet langer kunnen wachten, verklaarde Hoekstra. Hij noemde expliciet de investeringen in – naast de aanpak van ondermijnende criminaliteit – klimaatmaatregelen en de woningmarkt.
Klimaat
Zo laten natuurrampen, waaronder de overstromingen in Duitsland, België en Limburg, zien dat “klimaatverandering geen probleem is van morgen, maar van vandaag”, aldus Hoekstra.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat trekt bijvoorbeeld geld uit met het oog op de gevolgen van extreem weer. Daarbij gaat het niet alleen om overstromingen, maar ook om droogte. Er komt 100 miljoen euro extra vrij via het Deltafonds voor het “klimaatbestendig maken” van de drinkwatervoorziening.
CO2
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat reserveert verder de komende drie jaar 90 miljoen euro voor de aanschaf of lease van een elektrische auto. Dit als bijdrage aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Hoe de regeling hiervoor eruit gaat zien, wordt op korte termijn bekend aldus een woordvoerder.
Ook komt er 28 miljoen euro vrij voor schonere bestelbusjes en 20 miljoen euro voor schoner materieel in de bouw. Dat gaat bijvoorbeeld om aggregaten of betonmolens die geen diesel meer gebruiken. Hiermee wordt ook de stikstofuitstoot verlaagd.
Deze bedragen maken deel uit van de 6,8 miljard euro die het kabinet steekt in het verminderen van de CO2-uitstoot, zoals dat vandaag is aangekondigd. Dat er een miljardeninvestering zou komen, lag al op straat. Het grootste deel, 3 miljard, gaat in de subsidiepot voor duurzame energie en andere CO2-besparende technologieën.
Energie en besparing
Ongeveer 1,3 miljard euro wordt gestoken in buizen, kabels en andere infrastructuur voor energie. Een voorbeeld daarvan is de ombouw van het bestaande gasnet zodat er waterstof mee kan worden vervoerd. Aan dat plan, dat demissionair staatssecretaris Dilan Yeşilgöz eerder al bekendmaakte, hangt een prijskaartje van 750 miljoen euro.
Grote vervuilende industriebedrijven vallen straks ook onder de plicht om energiebesparende maatregelen te nemen als zij die op korte termijn (binnen vijf jaar) kunnen terugverdienen. Gemeenten en omgevingsdiensten krijgen geld om die plicht goed te handhaven.
Onderhoud infrastructuur
Het komende jaar gaan er miljarden naar het onderhoud en renovatie van wegen, bruggen, het spoor en vaarwegen. In totaal wordt daar 3,6 miljard euro voor uitgetrokken. Daarvan investeert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 2,1 miljard euro en spoorwegbeheerder ProRail 1,5 miljard.
Volgens het ministerie is het belangrijk dat er nu wordt geïnvesteerd in onderhoud aan wegen en bruggen, omdat die tegenwoordig intensiever worden gebruikt met bovendien zwaarder verkeer dan toen ze werden aangelegd. Het ministerie schrijft dat Nederland voor de “op één van de grootste infrastructurele opgave uit de geschiedenis” staat.
Door de investeringen kunnen organisaties als ProRail en Rijkswaterstaat in ieder geval in 2022 “volgende stappen zetten”, maar op de langere termijn worden de tekorten steeds groter, schrijft het ministerie.
Woningbouw en verduurzaming
De bouw van nog 900.000 woningen tot 2030 is een grote uitdaging voor het ministerie. Voor nieuwe woonwijken moeten ook nieuwe wegen en andere verbindingen worden aangelegd.
De komende drie jaar 1,3 miljard euro beschikbaar voor verduurzaming van maatschappelijke gebouwen en de isolatie van koop- en huurwoningen; dit geld maakt deel uit van de eerder genoemde 6,8 miljard euro. Daarnaast moet met 1 miljard euro extra de woningbouw versnellen. Het gaat om een extra investering van 100 miljoen euro per jaar, gedurende tien jaar.
Bron: ANP/Architectenweb