In de dubbelhoge entreehal komt alles samen. Van daaruit kijk je, staande op de verdieping, zo de eveneens dubbelhoge huiskamer in – een plek voor spel en studie, voor bijeenkomsten en feestjes. Aan de andere kant van de entreehal ligt de gezamenlijke logeerkamer en de wasbar – een plek om de was te doen en tegelijkertijd bij te praten met de buren. Loop je vanaf daar verder het gebouw in, dan kom je bij de grote binnentuin uit, waar een tweetal
rechthoekige overkappingen een volgende plek bieden voor gezamenlijke activiteiten.
Dezelfde entreehal biedt een niveau lager, op de begane grond, directe toegang tot een van de gezamenlijke fietsparkeergarages (met ook elektrische deelfietsen), de gezamenlijke parkeerplaats voor scootmobielen, en de gezamenlijke parkeergarage (met ook elektrische deelauto’s). Vanaf de entreehal leidt de belangrijkste trap omhoog naar de gedeelde voorzieningen op de verdieping. Maar vanaf hier kun je ook de lift of de trap nemen naar je woning. Doordat dit stijgpunt aan de gevel ligt, baadt deze overdag in daglicht. En doordat de trap naast de lift ligt, is het uitnodigend om die te nemen. In een verwelkomend gebaar wordt de trap ook nog breder naar beneden toe.
Het is een woongebouw waar je elkaar op allerlei plekken kunt ontmoeten, vertelt architect Ard Hoksbergen. De collectieve voorzieningen ondersteunen de duurzaamheid van het project, door het stimuleren van gedeeld vervoer en het delen van ruimtes zoals de logeerkamer, huiskamer en wasbar. Al die voorzieningen hoef je daarom niet in je eigen woning te hebben. Dat levert een enorme ruimtebesparing op, stelt Ard. Daarbij is het een woongebouw geworden waarin je bijna niet eenzaam kunt zijn, denkt hij.