Scheepvaart en Transport College
10 juli 2006
SCHEEPVAART EN TRANSPORTCOLLEGE, ROTTERDAM
Het scheepvaart en transportcollege in Rotterdam brengt alle kennis van de maritieme en logistieke sector bijeen in één internationaal instituut. De locatie voor dit nieuwe gebouw is de hoek van de voormalige Lloydpier aan de Maas, met rondom vrij zicht op stad en havens. Het idee van het project is tweeledig: een robuust volume maken als emblematisch icoon voor het internationale instituut en een heldere ruimtelijk structuur bieden als huis voor studenten en docenten.
Het complex heeft een meanderende vorm, een bouwvolume dat met een brede voet stevig op de kade verankerd is en aansluiting zoekt bij de sculpturale havenarchitectuur van silo’s, schepen en kranen. Dit volume loopt naar boven toe taps toe en vormt zo een zeventig meter hoge, achterwaarts leunende toren. Op de top wordt de toren beëindigd door een enorme, twintig meter uitkragende kop. De voet heeft een groot venster op de rivier terwijl de kop met een gelijkaardig panoramisch raam de havens als een periscoop overschouwt in de richting van de Noordzee.
De toren is georganiseerd als een verticale school. De standaard schoolplattegrond is op zijn kant gezet als doorsnede: in plaats van leslokalen aan weerszijden van een gang, zijn de lokalen gestapeld en verbonden door een roltraproute. Deze roltrappen maken de doorstroming van meer dan tweeduizend studenten en docenten door het gebouw mogelijk. Ze vormen een doorgaande boulevard, die alle afdelingen verbindt en zo onderlinge uitwisselingen stimuleert. Op verschillende plaatsen onderweg zijn schoolpleinen aangelegd, dubbel hoge ruimtes waar de studenten samenkomen in de pauzes. Bij elk schoolplein ligt een loggia, een open buitenruimte waar de seizoenen voelbaar zijn. Door het hele gebouw heen zijn verblijfsplekken en hoeken gemaakt voor zelfstudie en groepswerk. De uitkragende kop van de toren is ingericht als congreszaal voor 350 personen met panoramisch zicht over de havens.
Langs de kade, in de voet van het gebouw, liggen de speciale onderwijsruimten, zoals het sportcentrum, de werkplaatsen, de simulatoren, en het media centrum. Aan de pleinzijde liggen de semi-publieke voorzieningen, zoals entreehal, het leerlingenrestaurant en het docentenrestaurant. Dit leerlingenrestaurant is vormgegeven als een getrapt oplopend auditorium, dat ook voor feesten en bijeenkomsten gebruikt kan worden. In de plint van het gebouw zijn een winkel en het café voorzien, als publieke stedelijke voorzieningen die het gebouw integreren in de wijk.
In het interieur van het gebouw is het onderscheid gemaakt tussen ruimten waar gewerkt wordt, zoals les- en kantoorruimten, die een neutrale afwerking hebben en de gemeenschappelijke ruimten voor ontspanning, die in contrast hiermee een sterke eigen sfeer hebben. Zo zijn er telkens verschillende ambiances gecreëerd, gebaseerd op evocatie van maritieme atmosferen als het schipperscafé, de met canvas bedekte nijlboot, de officiersmess, enzovoort. De roltraproute, uitgevoerd als het intieme binnenste van een duikboot, vervoert de studenten tussen deze krachtige scènes. Zware houten kasten en scheepsbanken vormen een continuïteit door het gebouw.
De gevel van het gebouw is uitgevoerd als een de huid van een haveninstallatie. Niet alleen de robuuste sculpturale vorm, maar ook de schaalloze compositie van de gevel draagt bij tot dit beeld. Een dambord patroon van blauwe en grijze verdiepinghoge cassettes vormt de grof geribde huid voor gevels, daken en buitenplafonds, die aansluit bij de industriële sfeer van het havengebied.