Monument als glooiende grafheuvel
11 mei 2005, 9:26
In Berlijn is zestig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog en zeventien jaar na de eerste plannen voor het gedenkteken, het holocaust-monument onthuld.
De 2711 betonnen zuilen (stèles) herdenken de zes miljoen Europese joden die door de nazi's zijn vermoord. Ze vormen een symbool voor de bereidheid van Duitsland om het duistere verleden onder ogen te zien.
De Duitse parlementsvoorzitter Wolfgang Thierse noemde het monument "een uitdrukking van de moeilijkheid om een artistieke vorm te vinden voor de onbevattelijke monstruositeit van de nazi-misdaden." "Vandaag onthullen we een gedenkteken van de ergste, meest afschuwelijke misdaden van nazi-Duitsland - de poging om een geheel volk uit te roeien", aldus Thierse.
Inscriptie
De grijze, rechthoekige stenen beslaan een oppervlakte van 20.000 vierkante meter. Ze staan op een glooiend terrein en wisselen in hoogte, tot maximaal 4,7 meter. De pilaren zijn sober, zonder inscripties of symbolen en moeten volgens de Amerikaanse architect Peter Eisenman een gevoel van eenzaamheid en desoriëntatie opwekken, wat verwijst naar de verschrikkingen die joden ondervonden.
Of de stenen lang zonder inscriptie zullen blijven is de vraag, want het eerste hakenkruis is al op één van de zuilen geklad.
Voor uitleg bij het monument kunnen bezoekers terecht in een ondergronds museum, waar zich een 'Namenkamer' bevindt met namen van de 3,5 miljoen bekende slachtoffers van de jodenvervolging.
Levend deel
Het monument is dag en nacht open en de architect hoopt dat het een 'levend deel' van Berlijn gaat vormen, waar kinderen spelen en mensen even gaan zitten om een broodje te eten. Ook kunnen mensen tussen de pilaren doorlopen, het monument is van alle kanten toegankelijk.
Het gedenkteken staat in de buurt van de Brandenburger Tor, symbool van de jarenlange scheiding van Oost- en West-Duitsland, en vlakbij de bunker waar Hilter in 1945 zelfmoord pleegde. Een deel van de stenen staat boven de voormalige bunker van Goebbels, die ten tijde van het Derde Rijk minister van Propaganda was.
Schuld-cultuur
Het heeft lang geduurd voordat het monument ook werkelijk in het centrum van de stad kwam te staan. Van verschillende kanten kwam kritiek. Zo vonden extreem-rechtse Duitsers dat het nu maar eens afgelopen moest zijn met de 'schuld-cultuur'. Anderen achtten de locatie midden in de stad niet geschikt.
Ook overlevenden van de jodenvervolging zelf waren niet allemaal even enthousiast over het ontwerp. Ze vonden het te abstract en anoniem. Het hoofd van de Duitse Centrale Joodse Raad, Paul Spiegel, verwoordde deze kritiek bij de onthulling van het monument. Behalve te abstract, vindt hij bovendien dat het niet genoeg de kwestie van de Duitse schuld aankaart. "Het gedenkteken voor de vermoorde joden in Europa eert de slachtoffers van het nazisme, maar het verwijst niet direct naar de daders", aldus Spiegel.
Ook de regering, die de 27,6 miljoen euro voor het kunstwerk betaalde, wilde enige inspraak. Zelfs nadat het definitieve ontwerp in 1999 was goedgekeurd, werd nog gediscussieerd of de pilaren ook ter herdenking van de niet-joodse slachtoffers moesten dienen, en of het niet juist meer een joodse uitstraling moest krijgen.
Controversieel was ook het gebruik van een anti-graffiti-laag over de betonnen steles, geproduceerd door het Duitse bedrijf Degussa, mede-eigenaar van het bedrijf dat het giftige gas Zyklon B maakte. Dat werd in de concentratiekampen gebruikt om joden te vergassen. Uiteindelijk werd besloten om toch in zee te gaan met het bedrijf, maar dit zorgde wel voor de zoveelste vertraging.
Bron: NOS