Admiralengracht
29 juni 2006
Het project aan de Jan van Galenstraat, de Admiralengracht en de Erasmusgracht omvat meer dan de bouw van woningen. Het is tegelijkertijd een plan voor sportvoorzieningen, die op een centrale plaats in het stadsdeel Bos en Lommer behouden blijven. Door de reorganisatie van de sportvelden was het mogelijk om de rand van het gebied als woningbouwlocatie te ontwikkelen. Precies op deze locatie ligt het omslagpunt tussen de gesloten bouwblokken uit de negentiende eeuw en de eerste open verkavelingen uit de twintigste eeuw. Dit project formeert met een zevental woongebouwen een halfopen stadsblok dat een nieuw en overtuigend front aan het Erasmuspark vormt, terwijl zichtlijnen naar het groen vanuit de bestaande bebouwing ten dele open blijven. Alle gebouwen zijn ondergronds verbonden met een parkeersouterrain, waarin ook de bergingen zijn opgenomen. Hiermee ontstaat een verkeersluw binnenterrein dat voor een groot deel kan worden gebruikt als collectieve tuin en openbaar groen. In de woongebouwen, onderling verbonden door een souterrain, met parkeerplaatsen, bergingen, fietsenstallingen en technische ruimten, waarop de collectieve tuinen zullen worden aangelegd, is een groot aantal verschillende woningtypen ondergebracht. Verschillend om een grote variatie aan woonwensen te kunnen accommoderen, en om een combinatie van koopwoningen en huurwoningen mogelijk te kunnen maken. Het woonprogramma laat zowel driekamerappartementen zien in de huursector, grote woningen met een groot aantal kamers, maisonnettes, woningen met een werkruimte eraan gekoppeld, grote woningen met weinig kamers maar met veel ruimte en een subliem uitzicht, begane grondwoningen met een eigen entree, woningen geschikt voor bewoning door mindervalide etc. Uiteraard is elke woning met een lift bereikbaar, en is het complex zo ontworpen dat een politiekeurmerk en een seniorenlabel kunnen worden verkregen. Het kunnen maken van een dergelijke menging van soorten woningen in een complex is niet alleen karakteristiek voor een binnenstedelijk woonblok, het is ook van het grootste belang voor de doorstroming van bewoners van Bos en Lommer zelf en een evenwichtige opbouw van het woningenbestand in dit deel van Amsterdam. In zijn architectonische uitwerking voegt het project zich nauwkeurig in zijn context, terwijl het een uitgesproken karakteristiek van stedelijke architectuur heeft met een neutraal, eenvoudig, maar krachtig, ritmisch gevelbeeld; de architectuur van de straatwand eerder dan die van de individuele woning, de architectuur van het stadsblok eerder dan die van het individuele gebouw. Historische referenties (de prachtblokken van Wijdeveld zijn dichtbij) en radicale moderniteit kunnen zo in één project worden verenigd. De architectonische eigenschappen van het complex zijn er op gericht op deze plek een in de context passende maar zelfbewuste architectuur te maken, uitgaande van een aantal eenvoudige ontwerpregels, met aandacht gematerialiseerd en gedetailleerd. Zo zijn de gevels van de woongebouwen aan de binnen en de buitenzijde van het blok sterk verschillend van karakter: een herhaling van verticale raamopeningen aan de buitenzijden, en horizontale raamstroken aan de binnenzijden van de gebouwen. Alle bij de woningen behorende buitenruimten bevinden zich achter de gevels, als loggia’s. Niet alleen wordt hiermee het probleem van geluidsbelasting op sommige plaatsen in het complex adequaat opgelost, ook verzekert het project van een krachtig gevelbeeld tegenover de grote open ruimten van de Admiralengracht, de Erasmusgracht en het Erasmuspark: het project maakt een front voor deze ruimten, de woningen wordt er een zo direct mogelijk uitzicht op geboden. In de verdere uitwerking van de gebouwen is er op toegezien dat de materialen, kleuren en details, passend in de context zijn, en het beeld van straatwanden en stadse woongebouwen verwezenlijken.