Vakwerkhuis Interieur
30 juni 2020
Het Ketelhuis was lange tijd de energievoorziening van de Technische Hogeschool in Delft. Innovaties en functieveranderingen maakten het Ketelhuis als letterlijke energiebron overbodig. Vakwerk architecten bedacht een totaalconcept dat inzet op een duurzame transformatie van een honderd jaar oud industrieel rijksmonument. De zorgvuldig ontworpen ingrepen gaan een relatie aan met de kwaliteiten en het karakter van ieder bouwdeel. Soms is daar enkel een likje verf voor nodig, soms levendig eikenhout om een groot gebaar te maken. Een reeks nieuwe doorbraken in de oude wanden rijgt de oude en nieuwe delen overzichtelijk aan elkaar. De nieuwe glazen entree, houten optopping en grote verlichte letters in de nok van de Ketelhal vertellen het verhaal aan de hele buurt: het Vakwerkhuis bruist weer van energie!
Vakwerk voor iedereen!
Het Vakwerkhuis is een vernieuwende plek om samen te werken, een ‘co-working space 2.0’ inclusief café en terrastuin. Het concept gaat verder dan alleen werken: het is een plek met betekenis voor de buurt, de TU Delft en Delftenaren geworden. Het Vakwerkhuis is niet alleen het thuis van Vakwerk architecten, maar ook van veel andere creatieve en innovatieve bedrijven. Je kan hier ook voor één dag een werkplek huren. De combinatie van werken, vergaderen en horeca zorgt voor een optimale synergie. Onderling, maar ook met de buurt. De buurman schuift tijdens zijn dagelijkse ronde met de hond aan voor een kop koffie op het zonnige terras. Net als de bouwkunde studenten van om de hoek, op zoek naar nieuwe ideeën voor hun ontwerpopgave. Het Vakwerkhuis is een plek waar mensen elkaar inspireren en waar ontmoetingen leiden tot nieuwe inzichten en bijzondere samenwerkingen. Er is ruimte voor initiatieven: van theaterfestivals en lichtshows, tot bruiloften en vergaderingen van externen. De gemeente Delft en TU Delft streven al jaren naar een verbinding tussen de campus en de stad. Met haar open karakter maakt het Vakwerkhuis deze verbinding concreet.
Vakwerk uit het verleden
In 1976 ging de laatste machinist van het Ketelhuis met pensioen. Het Ketelhuis en bijbehorende machinistenwoning bleven verlaten achter. Het vuile en zware werk rondom de kolenketels heeft zijn sporen nagelaten. Langzaam maar zeker raakte het complex in verval. Maar wie door het puin, de graffiti en de duivenpoep heen kon kijken, werd verrast door de schoonheid van het monument. De hallen bekroond met geklinknagelde ijzeren Polonceausspanten, de gemetselde schoorstenen op de bonte wirwar van zadeldaken en de gevels gevuld met enorme driedelige vensters, al dan niet voorzien van gemetselde tussenstijlen. Ieder bouwdeel heeft zijn eigen kwaliteiten en karakter. Overal valt iets te ontdekken. Samen vormt dit industriële cluster een ‘pittoresk plaatje’ aan de Schie. Dit beeld is uitsluitend het gevolg van de puur functioneel bepaalde verschillen tussen de drie hallen en de machinistenwoning. Dit alles onder het toeziend oog van een dertig meter hoge schoorsteen, die als visueel herkenningspunt niet alleen het industriële ensemble, maar ook de TU-Campus met de binnenstad verbindt.
Vakwerk maak je samen
Zo’n bijzonder gebouw wil je met iedereen delen. Dat was het uitgangspunt voor de herontwikkeling van het Ketelhuis. In 2018 won Vakwerk architecten, op zoek naar een goede werkplek voor het nog jonge bureau, de ontwikkelaarstender. Tijdens dit traject was Vakwerk ontwerper, uitvoerder, opdrachtgever, hoofdaannemer, inkoper en natuurlijk gebruiker. Dergelijke betrokkenheid vereist lef. Door te werken op de plek die je aan het ontwikkelen bent, leer je deze door en door kennen. Toevallige ontdekkingen in het complex leidde tot verrassende elementen in het ontwerp. Zodoende ‘ontstond’ een duurzaam ontwerp waarin de bestaande kwaliteiten van alle bouwdelen het beste tot hun recht komen.
Vakwerk voor verduurzaming
De houding van Vakwerk architecten in het ontwerpproces is een afgeleide van het ingenieursdenken, waarbij de functie bepalend was voor de vorm en maatvoering van iedere ruimte. Ook het Ketelhuis is zo ontstaan. Bij de herontwikkeling van het Vakwerkhuis stond de volgende afweging dan ook centraal: wat is er echt nodig, en waar biedt het bestaande voldoende kwaliteit? Met haar leeftijd had het rijksmonument al bewezen duurzaam te zijn, alhoewel er energetisch veel te winnen viel. Met enkele heldere ingrepen, waaronder vernieuwing van de betonvloeren, koeling en verwarming uit warmtepompen, dubbelglas en dakisolatie, is een kantoorklimaat naar huidige energiestandaard en comfort gerealiseerd. Het resultaat: een all-electric Rijksmonument!
Vakwerk om te ervaren
De nieuwe toevoegingen zijn herkenbaar door zacht eiken en rood staal en vormen een aangenaam contrast met de industriële schil. Grote ingrepen staan als een monoliet vrij in de ruimte. Zoals de houten bar in het café en het ‘Arendsnest’, een verzonken houten volume in de Ketelhal die ruimte biedt aan verschillende activiteiten. Voor een informele vergadering duik je een van de verdiepte zitjes in. De randen bieden werkplekken om even kort aan te waaien. En als je ongestoord wil werken klim je bovenop het blok, waar je wordt omgeven door een zee aan planten. Waar oud en nieuw samenkomen, werkt glas als transparante schakel tussen de twee materialen. Zoals bij de nieuwe houten optopping boven de Accuhal, die door een horizontale glazen strook zweeft boven het bakstenen volume. Deze uitbreiding sluit in schaal goed aan op de nieuwe stedenbouwkundige situatie, met de verbreding van de naastgelegen Sebastiaansbrug. Op verschillende manieren is de transparantie van het gebouw vergroot. Nieuwe openingen in bestaande muren maken lange zichtlijnen, van de Schie tot de bar en van de bar tot de schoorsteen. Zo ontstaat een interne samenhang die tot nu toe in het complex ontbrak en gaat het pand een relatie aan met de omgeving. Openingen op grotere hoogte zorgen voor verrassende momenten in het pand. Zoals het geval is bij vergaderruimtes ‘de Uitkijk’ en ‘Door de muur’. Deze glazen uitkragingen prikken dwars door massieve muren heen en bieden een nieuw perspectief op de werkruimte.
Het Vakwerkhuis: daar krijg je energie van!