Sijthoff Den Haag
9 februari 2017
Een Haags gebouw. Dit ontwerp sluit op een abstracte manier aan bij de traditie van grote, chique gebouwen in Den Haag, zoals de Passage, de Bijenkorf en het Berlagegebouw. Maar het associeert ook met de gevelgeleding van grootse internationale warenhuizen, zoals Harrods en Galeries Lafayette. De twaalf ooievaars die aan de gevel van het nieuwe Sijthoff zullen pronken, spreken eveneens de taal van Den Haag. Ze voegen zich in de ornamententraditie van de Haagse binnenstad en roemen de ooievaar als eeuwenoude mascotte van de stad. Met Sijthoff is de stad een Haags gebouw rijker. Het is een nieuwe trots die bijdraagt aan een nog sterkere binnenstad.
Een straat in transitie
De gemeente Den Haag heeft de ambitie uitgesproken om de Grote Marktstraat uit te laten groeien tot de toekomstige hoofdwinkelstraat van de stad met internationale allure. Daartoe verandert de straat de komende tijd in een chique en autoluwe winkelboulevard. De eerste stappen zijn inmiddels gezet: de bestrating, verlichting en het meubilair in de openbare ruimte zijn volledig vernieuwd en bestaan uit hoogwaardige materialen en bijzondere patronen. Daarnaast krijgen vier belangrijke panden een gedaanteverandering. De Markies, Amadeus, de Nieuwe Haagse Passage en Sijthoff zijn aangewezen als belangrijke bouwstenen op weg naar de nieuwe toekomst van de Grote Marktstraat. De winkelformule is bekend: met flagshipstores en conceptstores bieden de grote ketens het publiek een ultieme winkelbeleving. Met Sijthoff levert V8 Architects een aanvulling op deze winkelformule. Het gebouw is verkaveld in verschillende winkels met een duidelijke en uitnodigende entree. Hierdoor krijgt Sijthoff op de winkellagen een open relatie met de straat en vloeit de voorname buitenruimte door in het gebouw.
Monumentaliteit en overmaat
Het oude Sijthoff City was allesbehalve monumentaal. Het bevatte een veelheid aan hoekjes en knikjes waarmee de architectuur aansluiting zocht bij de menselijke schaal. Het resultaat was een grote versnippering aan plaatmaterialen, lijnen, inkepingen en naden in de gevel. Het gebouw was volledig dichtgeslibd, sleets en onleesbaar. Met de transformatie streeft V8 Architects naar een tegenbeeld: een monumentaal kooppaleis.Hiertoe is een aantal ingrepen van belang. Allereerst wordt binnenin het gebouw een ruimtelijke overmaat tot stand gebracht. Het verwijderen van een verdiepingsvloer levert een dubbelhoge eerste verdieping op, geheel passend bij de gewenste winkelbeleving. Daarnaast krijgt het hoekpand een statige uitstraling door de hoeken af te ronden. Deze ronde straatwanden sluiten aan bij de elegantie van de openbare ruimte, ook begeleiden ze de zichtlijnen vanuit de omliggende straten en spelen ze met de herinnering aan het verdwenen Sijthoff-Planetarium. Maar de nieuwe gevel is de grootste blikvanger. Deze bestaat uit twee delen. Het onderste deel opent zich naar de straat en bestaat grotendeels uit glas, waardoor hij fungeert als etalage voor de beide winkelvloeren in het pand. Het bovenste deel van de gevel bestaat uit wit composiet dat gretig de kleuren uit de omgeving absorbeert. De geveldelen zijn smal, maar lang. Ze overspannen in één stuk de gehele hoogte en hebben kenmerkende golvende lijnen. Zo lijkt Sijthoff een witte, plooiende jurk te dragen. Tussen de composieten geveldelen bevinden zich de ramen. Hoe hoger de ramen zich op de gevel bevinden, hoe breder ze zijn. De plooien in het composiet nemen juist in aantal en amplitude toe naarmate ze zich lager op de gevel bevinden. Dit gevelontwerp heeft een perspectivische werking, wat de monumentaliteit van het gebouw benadrukt. Met het verticale lijnenspel in de gevel geeft het gebouw het ritme van de stad aan en relateert het aan de andere gebouwen uit de straat. Sijthoff gedraagt zich als een voorname buurman van de Bijenkorf en de Peek&Cloppenburg, maar behoudt gepaste afstand. Met moderne ambachtelijkheid wordt de grandeur van de buren nergens overstemd.
Pronkende ooievaars
Aan de gevel verschijnen twaalf bronzen ooievaars. Ze nestelen zich onder de luifel die ontstaat doordat het onderste en bovenste geveldeel iets ten opzichte van elkaar verspringen. Deze luifel, eveneens uitgevoerd in brons, fungeert als luifel voor de winkels op de begane grond. De ooievaars hebben zich in groepjes van vier verspreid over de gevel. Elk groepje markeert een belangrijk aspect van het gebouw, zoals de hoeken en entrees. De ooievaars wijzen de bezoekers de weg en voorzien het gebouw tegelijkertijd van een sterk imago. De beelden zijn een abstracte en geometrische weergave van een ooievaar waarbij de maatvoering flink opgeschaald is, passend bij de afmetingen en verhoudingen van het gebouw. Het resultaat is een ooievaar die het gebouw relateert aan de menselijke maat. Met zijn afmetingen voegt hij zich immers bij de grote, architectonische schaal van het gebouw, maar met het bronzen materiaal, waarin de vingerafdrukken van het maken van de gietmal te zien en te voelen zijn, raakt hij ook de allerkleinste schaal aan, die van de mensenhand. De ooievaar is hierdoor geen klassiek gevelornament geworden, maar maakt wezenlijk onderdeel uit van de architectuur van het gebouw. Hiermee spreekt Sijthoff de taal van Den Haag: het sluit aan bij de ornamententraditie van de Haagse binnenstad en tevens roemt het de eeuwenoude mascotte van de stad. De ooievaar, die letterlijk ´gelukbrenger´ betekent, is immers al sinds 1816 in het wapen van Den Haag te vinden.
Bouwproces
Op de bouwplaats zijn alle bouwstromen zoveel mogelijk in elkaar geschoven. Alle fasen van het project vinden nagenoeg tegelijk plaats. Dit maakt het bouwproces tot een multidimensionale uitvoeringspuzzel die bestaat uit stukjes ruimte, tijd en geld. Terwijl de montage van de kozijnen en gevelplaten aan de Grote Marktzijde plaatsvindt, wordt aan de achterzijde nog volop gesloopt. Dit zijn de uitdagingen bij een binnenstedelijke herbestemming. Voor Sijthoff pakt het goed uit en leidt het tot een doorlooptijd van voorlopig ontwerp tot oplevering in drie jaar. Hierdoor kan Den Haag snel genieten van zijn nieuwe winkelpaleis.