Duurzaam renoveren: investeren in de toekomst
1 november 2013
Duurzaam renoveren: investeren in de toekomst
‘In deze tijd kiezen mensen voor zekerheid en betrouwbaarheid. Dat heeft zeker meegespeeld om ons bedrijf juist nu aan te pakken, om te laten zien dat we vertrouwen hebben in de toekomst’, aldus licht Jan Ardesch, eigenaar van Ardesch Interiors in Dalfsen, zijn motivatie toe om de woonwinkel in een nieuw jasje te steken. Daarmee keek het bedrijf ook naar de eigen toekomst: met de nieuwe gevel, uitgevoerd in aluminium en duurzaam hout wordt zoveel mogelijk onderhoud voorkomen én energie bespaard.
Tekst: Carla Debets Bouwtekst
Een typisch gebouw in jaren ’80 architectuur was de woonwinkel van Ardesch Interiors in Dalfsen: met lichtgekleurd metselwerk en grote glasvlakken met zware luifels. Zo stond het bedrijf er al zo’n 25 jaar bij, hoewel de kleuren van de luifels van tijd tot tijd veranderden via blauw, naar groen, naar antraciet, naar wit …Tijd voor een échte renovatie, te meer omdat ook de oude grenen kozijnen aan vervanging toe waren, besloot eigenaar Jan Ardesch. ‘Als woonwinkel zijn we in die jaren gegroeid van een traditionele woonwinkel naar een bedrijf dat meehelpt om mooie interieurs te maken. Daar past voor onszelf ook een exterieur bij met een mooie uitstraling. Het laat bovendien onze klanten zien dat we vertrouwen hebben in de toekomst.’
Hoewel de gevels dus in eerste instantie vooral uit esthetisch oogpunt zijn aangepakt, kon dit natuurlijk mooi gecombineerd worden met maatregelen om het pand energiezuiniger te maken. Daarbij spelen vooral het dak – vanwege het grote oppervlak – en nieuwe installaties een rol, maar ook de gevels leveren een bijdrage.
Hout en aluminium
Belangrijk uitgangspunt voor de aanpak van de gevels was om deze tevens meer te laten aansluiten bij het natuurpark aan de overzijde van de weg. Dit leidde tot de keuze van hout in de gevels: de gemetselde buitenmuren zijn voorzien van geprefabriceerde frames met NobelWoodâ latten. Ardesch had al eerder op de Expo in Hannover kennis gemaakt met een Noors bedrijf dat handelde in geïmpregneerd hout. De oplossing lag dichter bij huis: in Dalfsen is ook het bedrijf Foreco gevestigd dat geïmpregneerd hout op de markt brengt onder de naam NobelWoodâ.
De oude grenen kozijnen zijn vervangen door aluminium gevelpuien. ‘Die keuze heeft vooral met het esthetische aspect van de nieuwe gevel te maken’, licht Ardesch toe. ‘De aluminium puien zorgen voor een strakkere gevel, met een moderne uitstraling. Door deze combinatie ligt het accent ook méér op de houten gevelbekleding; de twee materialen zorgen voor een goede balans.’
Minder onderhoud
Ardesch was zelfs zo nieuwsgierig naar de toepassing van NobelWood® dat hij een proefvlak als vloerverwerking in de woonwinkel liet leggen. ‘Maar ja, dat is binnen …’
Hij heeft veel affiniteit met hout, niet alleen omdat het op grote schaal voorhanden is, maar ook vanwege de mogelijkheid het materiaal te composteren. Contacten in het zakelijk circuit in Dalfsen leidde tot gesprekken met KlaasJan Swager van Foreco over de toepassing van NobelWood® in de gevels. Swager:
‘NobelWood® is radiata pine, ofwel het spinthout van grenen, dat biochemisch is gemodificeerd en daarmee een alternatief vormt voor tropisch hardhout. Het grenen komt uit duurzaam beheerde bossen met FSC-certificaat.’
De verduurzaming gebeurt bij het bedrijf van Foreco. Hierbij wordt het grenen door-en-door geïmpregneerd met biopolymeren afkomstig van de afvalbiomassa van rietsuikerstengels. Deze biopolymeren zijn in water oplosbaar. Na droging versterken en verduurzamen de biopolymeren de houtcelwanden. Door een reactie in het hout worden de kwaliteit en de eigenschappen van het hout sterk verbeterd. Duurzaamheidtests bewezen dat NobelWood® voldoet aan duurzaamheidklasse 1. Doordat homogeen hout – spinthout – wordt geselecteerd, vergrijst het hout buiten zeer gelijkmatig.
Geveluitwerking
De houten gevelbekleding bestaat uit horizontale latten in één breedte van 72 mm, om een rustig beeld te creëren. Voor een goede afwatering hebben de latten een ‘wybertjesprofiel’. Ardesch besloot de gevelafwerking te prefabriceren tot grote panelen die in één keer een compleet gevelvlak zouden bedekken. Met als gevolg: panelen van maximaal 3,82 meter hoog en 2,35 meter breed. ‘Het prefabriceren had het voordeel dat we niet afhankelijk waren van de weersomstandigheden; binnen konden we efficiënter produceren. Bovendien was het met liggende profielen eenvoudiger om gelijke breedtes toe te passen. De NobelWood® latten zijn met koploze rvs nagels op het achterhout bevestigd.’
Om de latten op de bestaande gevels aan te brengen, werden tweedelige verticale houten balkjes toegepast van 28 x 45 mm: één deel werd op de bestaande gevels bevestigd om deze uit te vlakken, met het andere deel werden de panelen geprefabriceerd. In de panelen is nog een dampdoorlatende folie aangebracht om te voorkomen dat bijvoorbeeld wespen zich achter de panelen nestelen, maar ook om het hout vanaf de achterzijde droog te houden. Voor de onderlinge aansluitingen van houten panelen bedacht Ardesch speciale details. ‘De strakheid van de gevels gold ook voor de hoeken. In verstek zagen van de latten was geen optie; in verstek is nooit recht. Daarom zijn gezette zinkprofielen toegepast. Probleem daarbij was dat een zogenoemd kruisprofiel –
voor de aansluiting in buitenhoeken – niet te maken is. Dus is dit een combinatie van een T- en L-vorm geworden. Deze buitenhoeken hebben we bovendien nog voorzien van led lichtlijnen die ’s avonds een mooi gevelbeeld opleveren.’
Combinatie met aluminium
De aluminium puien hebben eveneens een horizontale geleding. In de puien is HR++glas aangebracht met meer reflectiewaarde, voor meer energiebesparing en minder warmte-instraling. De grootte van de verdiepte buitenprofielen is zorgvuldig bepaald: hoe dieper, hoe meer hoge zoninstraling in de zomer wordt voorkomen, maar dit kan ook ten koste gaan van de sierlijkheid van de gevel. De zware luifels zijn verdwenen en de aluminium puien zijn doorgetrokken tot de dakrand; de bovenste delen van de puien zijn dichtgezet met donkere glaverbel panelen.
‘Voordeel van deze werkwijze is dat de bouwkosten goed in de hand te houden zijn. We bepaalden immers zelf hoeveel van de oude constructie bleef staan. Zo zijn de stalen kolommen en liggers én de gemetselde muurvlakken behouden. De oude staalconstructie is daarbij weggewerkt achter de glaverbel panelen in de puien. De muurvlakken zijn aan de binnenzijde van extra isolatie voorzien.’
Last but not least is ook de entree aangepakt. Deze werd niet alleen voorzien van een extra tochtsluis om warmteverlies zoveel mogelijk te voorkomen, maar is ook opgewaardeerd door een speciaal aluminium vormelement.